Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen antwoordde Laban en zeide tot Jakob: Deze dochters zijn mijn dochters, en deze zonen zijn mijn zonen, en deze kudde is mijn kudde, ja, al wat gij ziet, dat is mijn; en [68]wat zoude ik aan deze mijn dochteren heden doen? of aan haar [69]zonen, die zij gebaard hebben? 68. Dat is, hoe zou ik daartoe komen, dat ik haar kwaad zou doen, daar het mijn eigen vlees en bloed is; hij gelaat zich vriendschap te zoeken, ziende dat hij niet vermocht Jakob en de zijnen enig leed aan te doen. Dit was het beleid des Heeren, die Laban tot dat einde verschenen was. 69. Anders, kinderen.